Bestorming


Jij velde krijgers op wacht,
door ze met list te bespelen.
Zwom over de gracht,
beklom wal en kantelen.
Gleed behendig en soepel
aan een touw naar beneden.
Alle pijlen op jou 
heb je handig vermeden.


Je onstak op de binnenplaats
louter laaiende vuren.
Verjoeg het laatste gepeupel 
tot buiten de muren.
Doorkliefde de touwen
van de ophaalbrug.
Ontnam mij daarmee
de laatste weg terug.


Ik zag het gebeuren en raakte verward;
de burcht die je innam, dat is wel mijn hart

 

 

gedachten, die meer dan vluchtig wilden zijn ….