Rots


als mijn droomkasteel afbrokkelt
wat zeker leek, teloor wil gaan
er dreigend scheuren craqueleren
in ‘t fundament van mijn bestaan


en ik niet meer weet waarheen


als het laatste straaltje licht
door storm en wolken wordt verhuld
en alles donker, somber kleurt
wanhoop zich om mijn zinnen krult


ik mij zo verloren meen


als iemand die een goede vriend
dan toch een ware vijand blijkt
en met beminnelijke lach,
mij sluw een roemer gifwijn reikt


alles niet is zoals het scheen


als ik dan neerstrijk aan je oevers
rotsvaste steun die jij me bent
vleugels waaronder ik mag schuilen
wijl je mijn kracht en zwakte kent


dan ben ik niet meer echt alleen






gedachten, die meer dan vluchtig wilden zijn ….