Loodzwaargrijs

 

 

waar grijze starre rotsen

grimmig pieken,

de voetzolen rauw bloeden,

mijn handen blauw

verloren strompel ‘k langs dit pad

 

 

waar storm de lucht

inktzwart inkleurt

om geselend te woeden

hagel ongenadig striemend

verslagen word ik koud, doornat

 

 

waar ‘k meende vrijheid

te herwinnen

zo bitter lot niet te bevroeden

de weg, daarna mijzelf verloren

heeft mijn offer zin gehad?

 

 

gedachten, die meer dan vluchtig wilden zijn ….