Loodzwaargrijs
waar grijze starre rotsen
grimmig pieken,
de voetzolen rauw bloeden,
mijn handen blauw
verloren strompel ‘k langs dit pad
waar storm de lucht
inktzwart inkleurt
om geselend te woeden
hagel ongenadig striemend
verslagen word ik koud, doornat
waar ‘k meende vrijheid
te herwinnen
zo bitter lot niet te bevroeden
de weg, daarna mijzelf verloren
heeft mijn offer zin gehad?