15 april,

Lieve Magnus,


ik moet de laatste tijd zo vaak aan je denken dat ik besloten heb je een brief te schrijven. Wellicht zul je hem nooit ontvangen, misschien ook wel; het zal mij in ieder geval helpen mijn gedachten wat te ordenen.
Ik mis je, ik had niet verwacht dat toe te zullen geven maar ik mis je vreselijk. We hebben samen zoveel gedeeld, zoveel meer dan “normale” mensen in hun leven zullen delen. Onze jeugd, dus ons verleden, maar ook onze liefde voor elkaar, en dat zelfs in fysieke zin. Weet je nog vroeger, op zolder, als we onze toneelspelletjes deden. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat Maaike, ons buurmeisje gilde als een mager speenvarken toen we haar billenkoek wilden geven omdat zij het stoute weeskind was. En dat we niet begrepen waarom onze buurman zo verschrikkelijk kwaad op ons was. Pas een aantal jaren later wisten we wat die goede man gedacht moet hebben.

Denk je ook nog wel eens aan de keren dat we de liefde bedreven? Zo vaak nog, denk ik aan de keren dat wij bijna letterlijk samensmolten, dat je mij tot golven van opperste verrukking wist te bewegen. Als ik er aan denk hoe tegelijk opwindend en vertrouwd jouw gewicht op mij voelde, hoe ik mijn adem automatisch inhield als jij in mij binnendrong en mij helemaal opvulde en hoe jij onder mij kronkelde als ik jou bereed.
Soms fantaseer ik wel eens dat ik thuis kom en dat jij daar dan bent, dat je naakt op mijn bed ligt, je lid gespannen als een pijl op cupido’s boog. En dat ik zonder een woord te zeggen, mijn rokje optil, over je heen kniel, en na je uitvoerig overal te hebben gekust, zachtjes over je heen glij om je vervolgens zo snel en hard mogelijk tot een hoogtepunt te brengen.

Maar helaas, de werkelijkheid is anders. Ik zag laatst die kleine sloerie van je in de stad lopen, ik had met liefde haar smoeltje opengekrabt en het onnozele wicht in de gracht gesmeten. Ik voel dat ik moet ophouden, ik voel mijn oude woede weer opkomen, en het lijkt me beter dat ik het niet zo ver laat komen.
Ik kan slechts hopen dat je me niet vergeten bent.
Voor altijd de jouwe,

Marina

gedachten, die meer dan vluchtig wilden zijn ….