Dagenrad
de zondag neemt zijn stralen meeals hij stil wegzinkt aan de kimwaar ze sliepen met zijn tweetot ze vertrok, als stille schim
en op de nieuwe maandag weerveegt hij de kruimels van het bedde zware leegte drukt hem neertussen de muren van zijn flat
zo knarst 't rad van dagen triestwalsen zon en maan hun dansdoch voordat hij de hoop verliestbrengt vrijdag hem opnieuw hun glans