Wolkenverdelger
ze spurtte naar de horizonen sjorde aan het wolkendekomstanders staarden in verwonderingje zag hen denken, dat mens is gek
maar warempel piepte er ineenstussen alle grijs een beetje blauwdat gaf haar moed en ze ging doorhaar vingers stijf van cumuluskou
zo ging zij op die donk're dag urenlang aan een stuk ertegengaanheeft een stukje hemel vrijgemaaktzelfs zonnestralen kregen ruim baan
alle licht schonk ze voor jullie in dit dichtvoor ze verder trok, blik op de zon gericht